Chesed

“De wereld is gegrondvest op barmhartigheid”

door Alan Morinis
vertaling Henri Vogel

Door een Mussar bril: Middels Vrijgevigheid richting Barmhartigheid

Het zijn tijden waarin de eigenschap barmhartigheid (chesed in het Hebreeuws) op de proef wordt gesteld. De internet wereld heeft het makkelijk gemaakt om haat, laster en intolerantie te tweeten, en sommige leiders zijn daar zeer bedreven in, en gaan voor in onvriendelijk zijn. De impact daarvan wordt niet alleen online gevoeld, maar in de dagelijkse werkelijkheid van het leven. Vluchtelingen zijn niet langer mensen in hoge nood maar terroristen. Buren die anders zijn dan wij zijn onmiddellijk verdacht. Aardig zijn wordt gezien als zwakte.

Niets staat verder af van het Joodse gezichtspunt, en wederom merken we dat de moderne wereld niet synchroon loopt met de eeuwige waarheden en ambities van het Joodse hart. In de Talmoed wijst Rabbijn Simlai erop dat de Tora begint met chesed (als God Adam en Eva kleedt vlak voor ze uit het paradijs worden gezet) en eindigt met chesed (als God Mozes begraaft). Het punt dat hij maakt is dat de hele Tora wordt gekarakteriseerd middels barmhartigheid, en ons rolmodel voor deze kwaliteit is niet anders dan die van God. Het is de bedoeling dat we ons dit ter harte nemen zodat heel ons leven gericht is op barmhartigheid.

Merk ook op dat de chesed zoals geciteerd door Rabbijn Simlai niet gaat over gevoelens maar over daden. Dat is een fundamenteel aspect van de Joodse kijk op barmhartigheid: het is geen gevoel, maar barmhartige actie die we ondernemen voor het welzijn van de ander.

Chesed is een dermate fundamenteel Joods denk-concept dat de Psalm ons leert: “De wereld is gegrondvest op barmhartigheid” (Psalmen / Tehillim 89:3). Toen de Maharal (1512-1609) zijn interpretatie gaf van het traditionele beeld dat de Tora een zwart vuur is, geschreven op wit vuur -de achtergrond waarop de letters verschijnen- is chesed. De lijst met citaten waarin barmhartigheid wordt geprezen is heel lang en heel oud.

Hoewel ontelbare bronnen en commentatoren de eigenschap barmhartigheid door de eeuwen heen hebben geprezen, blijft aardig zijn een onbereikbaar doel voor de meeste mensen (mijzelf daarbij inbegrepen), al is het idee nog zo aantrekkelijk. Hoe kan ik aardig doen als ik zo vaak moe ben en onder druk sta, als er zoveel beroep op me wordt gedaan, terwijl mijn ervaringen van het leven zoveel minder zijn dan de hoop en de beelden waar ik mee rondloop? Waarom aardig zijn voor anderen in deze onvriendelijke wereld, waarbij ik meer kans loop onverschilligheid tegen het lijf te lopen, of zelfs wreedheid, geen aardigheid?

Vriendelijkheid prijzen in een wereld die zo hardvochtig is als de onze is een uitdaging, evenals licht dat is voor hen die vastzitten in een wereld van duisternis. Maar zo’n aanprijzing creëert evenmin een warm hart als het aanprijzen van licht licht veroorzaakt. We blijven vastzitten in theorie, woorden, concepten en instrumenten voor begrippen die ons niet diep genoeg van binnen raken om onze harten te transformeren. Juist daar krijgen we enorm veel hulp van de grote Mussar leraar Rabbijn Eliyahu Dessler (1892-1953).

Rabbijn Dessler was zo ondergedompeld in Mussar als een mens maar kan zijn. In 1906, als 14 jarige, werd hij één van de jongste studenten aan de Mussar yeshiva in Kelm, Litouwen, die werd geleid door Rabbijn Zvi Hirsch Braude, zoon van de oprichter, Rabbijn Simcha Zissel Ziv (bekend als de Alter van Kelm; 1824-1898). Met een korte onderbreking gedurende de eerste wereldoorlog besteedde Rabbijn Dessler in totaal 18 jaar aan het leren van Talmoed en Mussar in Kelm, waar de geest van de Alter sterk bleef hangen.

Rabbijn Dessler’s vader was een toegewijd student van de Alter, en in 1920 smeedde hij de band met de familie van de Alter nog sterker toen hij met Bluma, de achter-kleindochter van de Alter,  trouwde (geboren in 1889).

In 1928 vergezelde Rav Dessler zijn vader naar Engeland voor medische behandeling, en besloot daar te blijven. Dat iemand als Rabbijn Dessler in Londen verbleef in de dertiger jaren zou een groot cadeau voor ons, die in latere jaren geboren werden en opgroeiden, blijken. Door onderdak te hebben in Engeland toen de Holocaust het Europese Jodendom verwoestte, werd Rabbijn Dessler het lot bespaard van vele grote Mussar leraren. Maar het was ook een cadeau voor ons dat Rabbijn Dessler wat geld verdiende door jongeren te onderwijzen, een praktische beslissing die een grootse erfenis voor latere generaties opleverde.

Zijn studenten waren Engels, geen producten van een yeshiva wereld, en veel meer verbonden met de wereld in het algemeen dan wie dan ook in de besloten Joodse gemeenschap van Litouwen. Zich bewust van wie hij aansprak verklaarde rabbijn Dessler Mussar concepten met woorden die begrepen en geabsorbeerd konden worden door zijn gehoor, wiens achtergrond en wereldbeschouwing zo verschillend was van die van de jonge mannen waar hij vandaan kwam. Het resultaat was de creatie van brieven, lezingen en essays die geschreven werden met het doel om de Mussar wereld te openen voor mensen die niet in een yeshiva omgeving opgegroeid waren, mensen zoals vele lezers van deze nieuwsbrief.

Na het overlijden van Rabbijn Dessler in 1953 werden zijn veel omvattende, vooral op Mussar gefocuste geschriften en correspondentie, gebundeld in zes delen en gepubliceerd onder de naam Michtav mi-Eliyahu (“Brief van Eliyahu”), later uitgegeven in een Engelse vertaling genaamd “Strive for Truth!” Rabbijn Dessler schreef over veel onderwerpen, maar wellicht zijn grootste invloed komt van zijn geliefde “Discourse on Lovingkindness.” Zijn belangrijkste innovatie was niet conceptueel, maar is gelegen in zijn praktische richtlijnen voor de manieren om vriendelijk te wezen.

Hij vertelt ons dat de persoonlijkheid die doordrongen is met chesed anders is dan de meerderheid van de mensen want hij of zij is niet bezig met wat hij of zij kan nemen/krijgen van de wereld, maar is uitsluitend gefocust op geven. De beoefenaar van barmhartigheid kan ontvangen, maar neemt niet, en ziet het als zijn of haar missie in de wereld door de mogelijkheden die het leven biedt om iemand te zijn die geeft. Hieruit leren we dat een warm hart tot stand wordt gebracht door daden van vrijgevigheid. Deze twee krachten -geven en nemen- vormen de bron van alle karaktereigenschappen en alle daden. En let op: er is geen tussenweg. Ieder mens is ten diepste van zijn persoonlijkheid gericht op een van de twee kanten, en in de allerdiepste verlangens van het hart zijn er geen compromissen.  Het is een grondregel dat er geen middenweg bestaat in het menselijk belang. Met iedere daad, met ieder woord, met iedere gedachte … men is altijd gericht of op barmhartigheid en geven, of op pakken en nemen. Evenals veel Mussar lessen die ik ben tegengekomen, ben ik er zeker van dat ik deze waarheid nooit in mijn eentje zou hebben ontdekt. Rabbijn Dessler opent onze ogen om ons er bewust van te zijn dat we ons zelf niet kunnen transformeren richting barmhartigheid door het proberen daden van liefdadigheid te doen, maar wel door middel van acties van vrijgevigheid.

Als men alleen maar zou beseffen dat een mens van degene aan wie hij geeft gaat houden, zou hij zich realiseren dat de enige reden waarom de ander een vreemdeling voor hem lijkt, is dat hij die persoon nog niet iets gegeven heeft; hij heeft zich nog niet de moeite getroost de ander vriendelijke betrokkenheid te tonen. Als ik iets geef aan een ander voel ik mij betrokken; ik ben deelgenoot in zijn wezen. Hieruit volgt dat als ik goed zou doen aan iedereen met wie ik in contact kom, ik snel zou voelen dat ze allemaal familie van me zouden zijn, allemaal mensen waar ik van hou. Ik heb nu een aandeel in hen allen; mijn wezen heeft zich uitgebreid tot iedereen.

In plaats van een wereld waarin angstig en egoïstisch nemen niet alleen maar de norm is maar wordt toegejuicht, hebben we nu een mooie visie op een wereld die door vrijgevigheid wordt getransformeerd tot een wereld van genade, goedheid en liefde. Dat is de Joodse visie en we weten dat het niet onmogelijk is omdat we dat zelf hebben ervaren, misschien oppervlakkig of af en toe, maar wie is niet de ontvanger geweest van barmhartigheid op de één of andere manier? Wiens hart werd niet geraakt door die ervaring? En wiens hart verlangt niet naar meer hiervan?

Alles wat daarvoor nodig is zijn meer mensen als Joe Majercsak uit Chilliwack, British Columbia, Canada. Na 40 jaar haren knippen als kapper, toen Joe merkte dat hij er aan toe was zijn schaar aan de wilgen te hangen, besloot hij zijn kapperswinkel te schenken aan Hane Al Hashesh, een Syrische vluchteling die pas een jaar daarvoor in Canada was aangekomen. “Mijn vader kwam in 1957 met slechts $5 op zak,” zei Joe Majercsak. “Hij was vluchteling voor de Hongaarse revolutie. Hane heeft vijf kinderen. Ik dacht dat hij een helpende hand wel kon gebruiken.”

Olam chesed yibaneh—de wereld is gebouwd op liefde.”

Als we niet toegeven aan angst of angst-profeten volgen, als we ons leven niet vormgeven naar de modellen van de leiders die nemers zijn, als we ons bezig houden met kleine en grote daden van chesed, bouwen we een wereld van vriendelijkheid die er kan zijn om bewoond te worden door ons, onze kinderen en de kinderen van onze kinderen.

Hieronder plaatsen waar op deze site eerder midot ter sprake kwamen.


Mida van de Maand (8)

Mida van de Maand (7)

Mida van de Maand (6)

Midah of the Month November

Mida van de Maand (5)

Mida van de Maand (4)

Mida van de Maand (3)

In een vervolgfilmpje (3 minuten precies) gaat Rabbi Chaim Safren nog even door op hoe belangrijk het is om goed naar de ander te luisteren. Hier de link: “KAVOD” – Eer / Respect.