Een mooie les over Geduld

2264b13

Een New-Yorkse taxichauffeur schreef:

Ik kwam aan op het aangegeven adres en toeterde. Na een paar minuten gewacht te hebben toeterde ik nogmaals. Aangezien dit de laatste rit van mijn shift was dacht ik eraan om maar weg te rijden, maar in plaats daarvan parkeerde ik de auto, liep naar de voordeur en klopte aan. “Momentje” antwoordde een fragiele, oudere stem. Ik kon horen dat er iets over de vloer werd gesleept.

Na een lange pauze werd de deur geopend. Een klein vrouwtje van in de 90 stond voor m’n neus. Ze droeg een bedrukte jurk en een rondvormig hoedje met een voile aan bevestigd, net als iemand uit een jaren ’40 film. Aan haar zij had ze een kleine nylon koffer. Het appartement zag eruit alsof er jarenlang niemand in had gewoond. Alle meubilair was afgedekt met lakens, er hingen geen klokken aan de muur, er waren geen snuisterijen of keukengerei op de tafeltjes. In de hoek stond een kartonnen doos gevuld met foto’s en glaswerk.

“Zou je mijn koffer naar buiten willen dragen?” vroeg ze me. Ik bracht de koffer naar de taxi en keerde terug om haar te helpen.

Ze nam mijn arm en langzaam liepen we naar het trottoir.

Ze bleef me maar bedanken voor mijn vriendelijkheid. “Het is geen moeite” zei ik haar. “Ik probeer m’n passagiers te behandelen zoals ik wil dat men mijn moeder behandelt”.

“Oh, je bent zo’n goede jongen” zei ze. Toen we in de taxi zaten, gaf ze mij het adres op en vroeg:” Zou je door de stad willen rijden?”  “Het is niet de kortste weg” zei ik snel…

“Oh, maar dat geeft niet” zei ze. “Ik heb geen haast, ik ga nu naar een hospice toe”.

Ik keek in de achteruitkijkspiegel. Haar ogen waren vochtig. “Ik heb geen familie meer” zei ze met een zachte stem. “De arts zegt dat ik niet lang meer te leven heb”. Ik boog voorzichtig naar voren en schakelde de taximeter uit.

“Welke weg wilt u dat ik neem?” vroeg ik haar.

De volgende twee uren reden we dwars door de stad. Zij liet me het gebouw zien waar ze eens als liftbediende werkte. We redend door de buurt waar zij en haar man hadden gewoond toen ze net getrouwd waren. Ze vroeg me te stoppen voor een interieurwinkel die ooit een danszaal was waar ze als jong meisje naar toe ging.

Soms vroeg ze me langzaam te rijden voor een specifiek gebouw of een straathoek en bleef in de duisternis zitten staren zonder wat te zeggen.

Net als de eerste stralen van de opgaande zon de horizon begonnen te verkennen zei ze plotseling: “ Ik ben moe; laten we maar gaan”.

We reden zwijgend naar het door haar opgegeven adres. Het was een laag gebouw dat leek op een herstellingsoord, met een oprijlaan onder een portiekje door.

Twee verplegers kwam het gebouw uit zodra we voorreden.

Ze waren bezorgd en aandachtig, lettend op elk van haar bewegingen. Ze hadden haar zo te zien verwacht.

Ik opende de achterbak en haalde haar koffertje eruit en bracht het tot de deur. De vrouw zat inmiddels al in een rolstoel. “Hoeveel krijg je van me?” vroeg ze en greep naar haar beurs. “Niets” antwoordde ik.

“Maar je moet toch ook leven?” zei ze. “Er zijn genoeg andere passagiers” antwoordde ik.

Zonder na te denken boog ik en omhelsde haar. Ze hield me stevig vast.

“Je hebt een oude vrouw een klein moment van vreugde bezorgd” zei ze. “Dank je wel”.

Ik kneep haar hand en liep het vage ochtendlicht in. Achter me werd een deur gesloten. Het geluid van het afsluiten van een leven..

Tijdens die shift pikte ik geen passagiers meer op. Ik reed doelloos verzonken in gedachten. De rest van die dag kon ik nauwelijks praten. Stel dat de vrouw een boze chauffeur had getroffen, of eentje die stond te springen om het einde van zijn shift. Stel dat ik de rit had geweigerd of dat ik 1 keer had getoeterd en was weggereden?

Snel recapitulerend bedacht ik me dat ik nooit iets belangrijkers in mijn leven had gedaan.

We zijn geconditioneerd om te denken dat onze levens draaien om grote momenten.

Maar grote momenten overkomen ons soms op onbedachte ogenblikken – fraai verpakt in dat wat anderen beschouwen als zijnde klein.

Je mag dit verhaal met anderen delen.

Hieronder plaatsen waar op deze site eerder midot ter sprake kwamen.


Een ijzersterk bitachon

Kort na hun wonderbaarlijke uittocht uit Mitzrayim, bevond Bnei Yisrael zich opgesloten tussen het Egyptische leger en de zee, en zij riepen naar Hasjem. Hasjem antwoordde dat ze rechtstreeks de zee in moesten gaan. Rasji (Shemot 14:15) legt uit dat Hasjem hen informeerde dat de verdienste van hun voorvaderen, gekoppeld aan hun ijzersterke vertrouwen in […]

Mida van de Maand (12)

Uit mijn Mussar dagboek

Over Vreugde – Simcha/joy. De mond gevuld met gelach en de lippen met vreugdekreten, de zin die Alan Morinis ons aanbeveelt bij de mida van joy, is mij te exuberant.

Mida van de Maand (11)

Parasja Tsav over dankbaarheid

Commentaar op de sidra van de week: de betekenis van de dankoffers in de Tempel nader verklaard en hoe door steeds te danken de karaktereigenschap dankbaarheid op te wekken.

Mida van de Maand (10)

Mida van de Maand (9)

In Pursuit of Silence.

door Dick Hage.   Deze week concentreerde ik mij op de mida ‘Stilte’. Ik kwam een film tegen die over stilte gaat. De link naar de film ‘In Pursuit of Silence’ wil ik graag met je delen: http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/388133/Bodhitv.html

Mida van de Maand (8)

Mida van de Maand (7)