Alles is voorzien en toch wordt er vrijheid van keuze gegeven.

Pirkei Avot 3, 19.

Rabbijn Akiva placht te zeggen: “Alles is voorzien en toch wordt er vrijheid van keuze gegeven”

De Tashbatz legt uit dat hoewel ieder mens is geschapen met specifieke eigenschappen en neigingen, het aan ieder van ons is om te beslissen hoe hij die inherente neigingen gaat kanaliseren. Chazal beweert (Sjabbat 156a) dat iemand die geboren is tijdens de heerschappij van de Mazal van Maadim onveranderlijk bloed zal vergieten. Toch is het aan ieder om te beslissen hoe hij die neiging wil sturen. Hij kan ervoor kiezen om een ​​mohel, een shochet, een aderlater of een moordenaar te worden. Dus hoewel voorzien is dat zo’n persoon bloed zal vergieten, heeft hij niettemin de vrijheid om te beslissen onder welke omstandigheden hij dat zal doen.

Rav Wolbe legt uit (Alei Shur vol. II p. 40) dat de opties die de Gemara noemt voor het kanaliseren van iemands neigingen het scala aan mogelijke activiteiten omvat. Een mohel is betrokken bij een van de meest verheven mitswot, terwijl de moordenaar zichzelf verontreinigt met een zeer afschuwelijke misdaad.

In dezelfde geest schrijft de Rambam (Pirkei Hatzlacha) dat iemand die zichzelf wil perfectioneren een niveau kan bereiken dat dicht bij het niveau van Moshe Rabbeinoe ligt, en iemand die denkt tekortkomingen te hebben, kan een niveau bereiken dat dicht bij het niveau van Yeravom ben Nevat ligt. (een koning van Yehudah die afgodenaanbidding verspreidde onder de Joodse Natie). De mens heeft keuzevrijheid die hem op het hoogste of laagste spirituele niveau kan brengen. Maar spirituele grootsheid wordt niet bereikt door een eenmalige keuze om goed te zijn, het vereist eerder een constante bechira van dag tot dag om te doen wat juist is.

Rav Wolbe citeert Rav Dessler’s kuntress ha’bechira (Michtav M’Eliyahu vol. I p. 113) waarin hij verduidelijkt dat hoewel een persoon elke dag ontelbare beslissingen neemt, hij in werkelijkheid zijn bechira slechts voor een paar van die beslissingen uitoefent. Dit komt omdat de meeste beslissingen worden gedicteerd door opvoeding of aard. Voor sommigen is het bijvoorbeeld een tweede natuur om het licht niet aan te doen op Sjabbat en wordt het spreken van lasjon hara niet als een overtreding gezien. Geen van beide komt dus voort uit een bewuste daad van bechira. Een persoon gebruikt zijn keuzevrijheid alleen bij een specifieke nekudas habechira, d.w.z. in een situatie waarin wat hij weet wat juist is, botst met wat hij zich voorstelt en wenst wat juist zou zijn, maar diep van binnen echt weet dat het niet waar is. In een dergelijke situatie krijgt de mens de vrije hand om te beslissen of hij zijn jetzer hatov of zijn jetzer hara zal volgen.

Echter, iemands nekudas habechira staat niet stil. Het concept dat “één mitswa leidt tot een andere mitswa” (Avos 4:2) beschrijft een conditioneringssituatie waardoor een persoon gewend raakt aan de uitvoering van een mitswa. De jetzer hara zal nu stoppen met proberen hem over te halen om die mitswa te negeren, omdat het niet langer een uitdaging voor hem is om de verleiding te overwinnen. De persoon kan nu verder komen op het spirituele slagveld en beginnen met het veroveren van voorheen onbereikbare gebieden naarmate hij vordert in zijn avodas Hashem.

Onze misjna vertelt ons dat hoewel alles voorzien is, elke persoon bechira heeft. De mens is op aarde geplaatst om het goede te kiezen, en daarom is bechira niet alleen zijn grootste verantwoordelijkheid, het is ook zijn grootste kans om eeuwige beloning te ontvangen.

Een praktische suggestie om dit idee uit te voeren: Zoek uw nekudas habechira in één enkel gebied waar u aan wilt werken. Als u het specifieke punt kunt lokaliseren waar u uw bechira daadwerkelijk moet gebruiken, zal dit een stimulans voor u zijn om de volgende keer dat het scenario zich voordoet, de juiste keuze te maken.

Artikel van ‘Baishamussar’, vertaald door Henri Vogel.