Pinchas

Weer een week – en weer een veelzeggende parasha! Ik denk in het bijzonder aan de openingsscène van deze parasha, die het verhaal vervolgt dat zo’n beetje aan het einde van de lezing van vorige week begon:

Toen Yisraël in Shittiem verblijf hield, begon het volk ontucht te plegen met de Moabitische vrouwen, Deze nodigden het volk uit bij de offermaaltijden van hun goden en het volk at mee en wierp zich neer voor hun goden. En toen Yisraël tempel-prostitutie ter ere van Ba’äl-Pe’or bedreef ontstak de Eeuwige in woede op Yisraël.

Getuige zijnde van wat er gebeurde, onderneemt Pinchas actie en doodt een man en een vrouw. Dit leidt tot de opening van deze week:

De Eeuwige sprak tot Mozes en zei: ‘Pinchas, de zoon van Eleazar,  zoon van Aäron de priester, heeft Mijn woede afgewend van de Kinderen van Yisraël doordat hij temidden van hen Mijn recht voor Mij heeft opgeëist, zodat ik de Kinderen van Yisraël niet op grond van Mijn recht behoefde te vernietigen. Zeg het daarom voort: “Hiervoor bied ik hem Mijn vredesverbond aan. Dat betekent voor hem en voor zijn nakomelingen een verbond van een eeuwig priesterschap, omdat hij het recht voor zijn God opeiste en zo verzoening bewerkte voor de Kinderen van Yisraël.’”

Er is door de eeuwen heen veel les gegeven over de daad van Pinchas. Sommigen zien het als prijzenswaardig, zoals het lijkt dat God dat ook doet. God schenkt Pinchas een Brit Shalom, hier vertaald als “verbond van vriendschap.” In het volgende vers wordt uitgelegd dat dit betekent dat de nakomelingen van Pinchas het priesterschap voor eeuwig erven. Professor Everett Fox blijft dichter bij het Hebreeuws en vertaalt: “Ik geef hem mijn verbond van shalom.” Anderen, waaronder verschillende baalei Mussar, zien de daad van Pinchas als een voorbeeld van kanaut – ijverzucht of fanatisme. IJver is in de Mussar-traditie echter niet per definitie iets negatiefs. Onze leraar Alan Morinis leert ons over zerizut, wat hij vertaalt als “enthousiasme”:

“Er zijn twee verschillende aspecten aan de eigenschap van zerizut, die kunnen worden vertaald als ‘enthousiasme’, ‘ijver’ of ‘gretigheid’. Het eerste is het snel tot actie overgaan… Wanneer zich in je leven kansen voordoen, zijn deze misschien ook uitnodigingen van God. Ben je snel om ze te herkennen en ernaar te handelen als ze goed zijn? Het tweede aspect van enthousiasme is het vinden en uiten van de energie die nodig is om een taak te voltooien. Hoe belangrijk het ook is om snel uit de startblokken te komen, het is minstens zo belangrijk om de energie gedurende het hele proces vast te houden.”

Alan merkt eerder in zijn hoofdstuk op dat zerizut gaat over het met toewijding uitvoeren van Gods mitzvot / geboden. Zeker, sommigen interpreteren de daad van Pinchas op die manier. Echter, ijver kan ook begrepen worden als overhaast handelen, zonder dat er goed over is nagedacht, of als het nemen van beslissingen op basis van impulsieve oordelen. Zo kun je ook naar de handeling van Pinchas kijken. Alan Morinis leert: “Ware, positieve, gebalanceerde ijver (zerizut) is handelen op volle kracht, nadat bezinning, overweging en een besluit je op het juiste pad hebben gezet.”

In Mesillat Yesharim wijdt Rabbi Moshe Chaim Luzzatto vier hoofdstukken aan de middah van zerizut. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen zerizut, die wordt geleid door de degelijke overweging zoals Alan die beschrijft, en zerizut die voortkomt uit de yetzer hara (de slechte neiging), die minder nobele motieven kan omvatten. Na zijn hoofdstukken over zehirut / waakzaamheid, wendt Rabbi Luzzatto zich tot zerizut:

“Na waakzaamheid / zehirut komt ijver / zerizut.” “Waakzaamheid” draait om de negatieve mitswot / geboden, terwijl “ijver” betrekking heeft op de positieve mitswot / geboden. Dit volgt uit ‘keer je af van het kwade en doe het goede’ (Psalm 34:15).

Het onderwerp zerizut is duidelijk. Het is het vroegtijdig oppakken en voltooien van mitswot / geboden, zoals de wijzen van gezegende herinnering zeiden: “de ijverigen zijn er snel bij om de geboden te vervullen” (Talmoed Pesachim 4a).
Zoals het grote wijsheid en vooruitziendheid vraagt om jezelf te behoeden voor de valstrikken van de yetzer hara / slechte neiging, en om aan het kwaad te ontsnappen zodat het geen macht over ons heeft of zich mengt in ons handelen, zo vereist het ook grote intelligentie en vooruitziendheid om de geboden te grijpen, ze te verwerven en ze niet uit het oog te verliezen. Zoals de slechte neiging erop uit is om iemand in het netwerk van zonden te vangen, zo probeert zij ook te verhinderen dat men mitswot uitvoert en ze verstoken te laten.

Pinchas kan door beide lenzen bekeken worden. Inderdaad, de daad van een individu kan door sommigen als prijzenswaardig worden gezien, terwijl anderen die afkeuren als verkeerd, of zelfs als kwaadaardig. We zien hiervan genoeg voorbeelden in onze tijd.

Rabbi Avraham Grodzinski leert:

“Het onderscheid maken tussen het haten van het kwaad en het liefhebben van de persoon die een slechte daad heeft gepleegd is heel moeilijk. Het is vaak uitdagend om verschil te zien tussen het kwaad en de persoon die het kwaad heeft begaan. Het is lastig de grens te trekken tussen innerlijke gevoelens, en vast te stellen waar de grens is van haat / sinah; en daarna waar de grens is van liefde / ahavah. De volheid van de Torah vraagt van ons dat we handelen met waakzaamheid / zehirut en zuiverheid van hart, zodat we het haten van het kwaad (sinat hara) en de liefde (ahavah) voor de ander niet verwarren.

Hij breidt deze les uit op een manier die juist in onze tijd erg relevant lijkt:

Niet iedereen die zijn naasten wil haten vanwege een aveirah /  overtreding die zij mogelijk zouden hebben begaan, heeft het recht een dergelijke haat te voelen! Wie zich verheugt over de ondergang van degene die (naar zijn mening) het kwaad heeft begaan is niet per se geschikt om zulke gevoelens te koesteren, tenzij men zeker weet dat men zelf een tzaddik gamur / geheel rechtschapen persoon is.

In deze les grijpt Rav Grodzinski terug op een les van Rabbeinu Yonah [in Shaarei Teshuvah, 3:219]:

Onze Rabbijnen zeggen (Talmoed Bava Metzia 59a): “‘Gij zult uw naaste niet onderdrukken (amito)’ (Leviticus 25:17). Dit betekent: iemand uit amo / zijn volk. Je mag iemand niet mishandelen die jouw medemens is in het naleven van Torah en geboden. Met betrekking tot iemand die zijn hart niet heeft gericht op het volgen van het woord van de Eeuwige, is het toegestaan om hun overtredingen bekend te maken en hen te schande te maken. Ook staat er (in Yoma 86b): “We maken de hypocrieten bekend vanwege hun ontheiliging van Gods naam”.

Maar als de ander toevallig struikelt en meestal juist zorgvuldig is in het vermijden van zonde, dan moeten we hun zonde niet openbaar maken… Ook al is het een gebod om de mensen die hardnekkig zondigen en de huichelaars bekend te maken; in het geval van een zondaar – als het een persoon betreft die is zoals jij, in jouw misstappen, en zoals andere mensen met hun zonden, dan moeten we hun zonden niet openbaar maken.

Want als iemands bedoeling bij het onthullen van andermans geheimen niet goed is, maar om zich te verheugen over hun ondergang, dan is dat verkeerd. En hoe kan iemand zich niet schamen om het verkeerde van zulke handelingen bij een ander te benoemen, terwijl men er zelf in volhardt?

Het is onwaarschijnlijk dat we ooit zullen oplossen hoe we de daad van Pinchas moeten beoordelen – of deze prijzenswaardig is of verwerpelijk als daad van fanatisme. Mensen zullen het lezen en interpreteren volgens hun eigen wereldbeeld, en we weten dat onze Rabbijnen leren: “Er zijn zeventig gezichten van de Torah.” Maar wat voor ons belangrijker is, is om voorzichtig te zijn in hoe we met anderen omgaan, om te handelen met zehirut / waakzaamheid, en om onze zerizut te beperken tot ijver en bevlogenheid voor het leven richting ons hoogste potentieel in plaats van fanatisme.

VOOR FOCUS:

  • Sta eens stil bij jouw eigen zehirut / waakzaamheid als het gaat om je dagelijkse handelen. 
  • Hoe kan jij jouw zerizut / ijver (of enthousiasme) inzetten zodat deze gericht is op hogere doelen? 
  • Waar raakt jouw zerizut aan houdingen die misschien overgaan van ijver naar extreme gedachten en/of handelingen richting anderen, waarbij je hen veroordeelt voor dingen die je bij jezelf door de vingers ziet?

Download deze parasha

Oorspronkelijke Engelse tekst (met voetnoten)
Use the link to read the original text in English.