Bo
Torah vanuit een Mussar-perspectief
Parasha Bo – Exodus 10:1-13:16
Rabbi Eric S. Gurvis
In Exodus hoofdstuk 10:21-23 lezen we over de negende plaag die over Egypte werd gebracht, die van choshech/duisternis:
Toen zei de Eeuwige tegen Mozes: “Strek uw arm uit naar de hemel, zodat er duisternis over het land Egypte komt, een duisternis die kan worden aangeraakt.” Mozes strekte zijn arm uit naar de hemel en een dikke duisternis daalde neer over heel het land Egypte gedurende drie dagen. Mensen konden elkaar niet zien en gedurende drie dagen kon niemand zich bewegen; maar alle Israëlieten hadden wel licht in hun woningen. (Exodus 10:21-23)
In Siftei Chayyim geeft rabbijn Chaim Friedlander een les over waarom Farao zo koppig was in zijn ontmoetingen met Mozes en Aäron. Zijn leer is getiteld: “De Gey-ut/Arrogantie van Farao was zijn Ondergang.” Rav Friedlander leert:
De wortel van de slechtheid van Farao, en zijn koppigheid ten opzichte van de Heilige, ondanks alle eerdere makkot/plagen en straffen die hij en het land Egypte ondergingen, die steeds meer lijden voor hem en zijn volk veroorzaakten, laat de mate zien waarin de middah van ga’avah/trots (of arrogantie) in hem geworteld was. Dit is zoals onze Wijzen leerden:
Toen Mozes en Aäron bij Farao kwamen, “zei hij tegen hen: ‘Van het begin af aan vertellen jullie een leugen, want ik ben de heer van de wereld, en ik heb mijzelf en de Nijl geschapen,’ zoals er staat: “Mijn rivier is van mij, en ik heb mijzelf gemaakt” (Ezechiël 29:3).” En Farao geloofde beslist dat hij een god was. Zozeer zelfs, dat zijn ga’avah hem ertoe bracht zichzelf voor de gek te houden door te denken dat hij echt een god was!
Vanwege zijn ga’avah was Farao bereid om alle makkot/plagen te ondergaan, en ook om groot lijden over zijn volk te brengen.
We kunnen een voorbeeld hiervan zien in het een dag uitstellen van het verwijderen van de plaag van kikkers. Toen Mozes hem vroeg: “U mag deze triomf over mij hebben: hoe lang zal ik u smeken?” antwoordde Farao: “Tot morgen!” Het was moeilijk voor Farao om het juiste en het ware te herkennen, namelijk dat het de Hand van God was die de plaag had veroorzaakt.
Ga’avah/Trots (of Arrogantie) is de allereerste middah die wordt gepresenteerd in Orchot Tzaddikim – De Wegen van de Rechtvaardigen. In de opening van het hoofdstuk over Ga’avah wordt ons geleerd:
Ga’avah/Trots is de eigenschap die de Heilige Soeverein als tekortkoming heeft gemaakt, en in de Torah ons aanspoort: “Let op dat u de Eeuwige, uw God, niet vergeet.” (Deuteronomium 8:11) De persoon die vol trots is (dat wil zeggen, degene die arrogant is) vergeet zijn Schepper.”
Zonder enige twijfel is de patstelling tussen Mozes en Farao een worstelwedstrijd over wie Goddelijk is: Farao, of de Schepper van het Universum. Zoals we zagen in de parasha van vorige week, en zoals we ook weer zien in de parasha van deze week, is Farao behoorlijk koppig. Hij is domweg niet bereid om lang genoeg uit zijn ga’avah te breken om zijn eigen beperkingen te zien.
We moeten onthouden dat Ga’avah/Trots niet altijd ongepast is. Net als alle andere middot, moet het er in de juiste mate zijn. We moeten streven naar een middenpunt tussen arrogantie en narcisme aan de ene kant, en een totaal gebrek aan eigen trots aan de andere kant. We moeten ook onthouden dat ga’avah’s metgezel de middah anavah/nederigheid is.
Rav Friedlander vervolgt:
Zelfs ondanks alles wat er van Gods macht in Egypte is getoond, blijft Farao’s ga’avah intact, zelfs nadat hij de Israëlieten erop uitstuurt om God te aanbidden. Zoals onze wijzen leerden: “Op datzelfde moment dat Farao zei: ‘Sta op en ga’, achtervolgde hij hen niettemin, ving hen op en bracht hen terug, zoals er staat in Psalm 136:15: “Die Farao en zijn leger in de Rietzee stortte, Gods standvastige liefde is eeuwig.” Das pas verklaart Farao: “Misschien had ik hen niet moeten wegsturen!”
Rav Friedlander leert:
Toen de Kinderen van Israël vertrokken uit de vernedering en slavernij in Egypte, was het noodzakelijk dat ze onmiddellijk leerden om een besef te hebben van de destructiviteit die kan ontstaan als gevolg van ga’avah, evenals dat dit de basis oorzaak van Farao’s ondergang vormde. Ze moesten leren dat ze niet van avdut/dienstbaarheid naar ga’avah/ongebreidelde trots moesten gaan.
Vervolgens brengt hij deze les voor ons mee. “We moeten onthouden dat er veel momenten in iemands leven zijn waarop iemand tot lijden kan worden gebracht vanwege zijn ga’avah.” Hij citeert Talmoed Berachot 43b waar ons wordt geleerd,
Iemand die rechtop loopt en op een arrogante manier, zelfs maar vier ellen lang, dan is het alsof hij raglei haShechinah – de voeten van de Goddelijke Aanwezigheid – wegduwt.
Hij leert dat wanneer we onszelf gedragen met een houding die hooghartigheid uitstraalt, we Gods aanwezigheid wegduwen. Wat een belangrijke les is dit – voor Farao, voor B’nei Yisrael, terwijl ze zich voorbereiden op een leven ver weg van de slavernij in Egypte, en voor ons in onze tijd. Ik durf te zeggen dat ik dit zou willen uitbreiden naar onze leiders. In veel situaties – ongeacht welke ideologie ze aanhangen – moeten we allemaal onszelf gedragen ìn een evenwichtige balans tussen zowel Ga’avah/Trots als Anavah/Nederigheid. Helaas leven we in een tijd waarin we een gebrek aan evenwicht zien met betrekking tot deze deugden bij zoveel individuen, ongeacht hun positie in het leven of in de gemeenschap.
We zijn teruggekeerd naar het lezen en bestuderen van de plagen die bedoeld waren om Farao en Egypte te overtuigen van de macht en kracht van de Ene God, zodat ze een gevoel van het juiste perspectief over zichzelf en hun krachten zouden kunnen leren. Dienovereenkomstig zouden we allemaal de tijd moeten nemen om diep na te denken over deze middot in de context van onze ziel, ons leven, onze relaties en hoe we ons in deze wereld gedragen.
VOOR FOCUS:
- Kan je denken aan een moment waarop jouw ga’avah/trots uit balans was? Hoe kwam je daar achter en welke middot kun je inschakelen om een juiste maatvoering te vinden?
- Tot welke middot kun je je wenden als je ziet dat iemand anders handelt met een onevenwichtige mate van ga’avah?
- Welke plaag uit de oudheid daagt je het meest uit vanuit een Mussar-perspectief? Hoe? Waarom?

Oorspronkelijke Engelse tekst
Use the link to read the original text in English.